Improviserend door het leven – interview met Andrea Meyer-Rogge

De vroegste herinnering van danslerares Andrea Meyer-Rogge was haar eerste dansles. “Ik was net drie en mijn moeder had een dansschool in Hamburg. De leraar nam me bij de hand en we dansten een polka. Vanaf toen is dansen voor mij altijd heel erg belangrijk en bevrijdend geweest.” En dat is het voor Andrea nu, bijna zeventig jaar later, nog steeds. Ze heeft al bijna vijftig jaar haar eigen dansschool in Hilversum. Hier belandde ze nadat ze verliefd werd op een Hollandse jongen en naar Nederland emigreerde. De eerste jaren gaf ze les in haar eigen woonkamer, waar dit interview plaatsvindt. De dansstudio bevindt zich nu onder de grond naast het huis. Er wordt in allerlei verschillende stijlen lesgegeven aan kinderen, jongeren en volwassenen. Andrea’s grootste fascinatie en inmiddels ook specialisatie, is improvisatiedans.

De danslessen kunnen tijdens de coronacrisis niet op de normale manier plaatsvinden. Afgelopen week gaf ze haar eerste lessen via Zoom. “Dat is weer een nieuwe ervaring. In de lente en zomer heb ik in de tuin lesgegeven. Die nieuwe ruimte en geluiden werden heel goed opgepakt. Het was in het begin wel lastig om afstand te houden tijdens het dansen, maar mensen passen zich snel aan, ook aan iets dat zo onnatuurlijk is. Ik denk dat het een voordeel is dat je tijdens improvisatie met het onverwachte leert omgaan. We overleven op dit moment het allerbeste als we in het moment zijn. En dát doe je als je improviseert. We zijn heel vaak bezig met vooruit of achteruit denken. Maar als je tijdens het improviseren een beweging maakt, ben je niet bezig met wat je over tien minuten aan het doen bent, en je bent ook alweer kwijt wat je hiervoor deed. Als je van moment naar moment denkt, is het op een bepaald moment voorbij. Daarvoor heb je ook kunst en mooie dingen nodig, omdat je dan met je zintuigen bezig bent.”

Improvisatiedans is daar dus bij uitstek geschikt voor. De waarde daarvan ontdekte ze ook al op jonge leeftijd. “Ik was vijf toen ik voor het eerst improviseerde. Aan het eind van de les mochten we naar de pianist toe om in zijn oor te fluisteren wat we wilden dansen. Ik fluisterde ‘een vlinder’ en dat speelde hij dan, alleen voor mij. En ik mocht helemaal zelf uitvinden hoe ik mijn vlinder wilde dansen. Dat was zo bevrijdend, want de vergelijking en competitie viel even weg.

Met mensen die nog nooit een les improvisatiedans hebben gevolgd begin ik vaak op de grond, want dat is lekker veilig. Het allerbelangrijkste is dat je duidelijk maakt dat elke beweging goed en waardevol is. Het filosofische idee daarachter is dat je leert dat alles wat je in je leven doet zinvol is. In het begin verval je nog in het denken, beoordelen en corrigeren, maar op een bepaald moment beweeg je vrij, zonder dat je erover nadenkt. Dat is niet voor iedereen weggelegd, maar ik denk dat het voor heel veel mensen goed zou zijn. Je bewegingen hebben een eigen taal en vaak kunnen die je beter naar een verstopt gevoel leiden dan woorden. Dus als je boos binnenkomt mag je door de zaal zoeven en zal niemand zeggen: doe eens een beetje rustig. Ik laat diegene in dat gevoel en begeleid en waardeer, in plaats van te corrigeren.

Als ik lesgeef zie ik heel veel. Ik denk dat de instelling van een lerares moet zijn dat je mensen neemt zoals ze zijn. Het is zo mooi om te zien wat eruit komt als je mensen niet in een bepaalde richting duwt, maar ze de ruimte geeft om zichzelf te ontwikkelen. De beste lessen zijn dan soms ook degene die ik niet voorbereid. Ik kijk wat voor gemeenschappelijke sfeer er hangt én waar iedereen persoonlijk mee binnenkomt. Als ik aanvoel dat er veel gecompliceerde dingen liggen, zie ik dat niet als iets negatiefs, want wanneer je het uitbouwt kan het juist een heel interessant en mooi dansmoment worden.

En wanneer je met iemand uit de groep danst laat je je inspireren, maar kan je op elk moment beslissen om weer alleen verder te dansen. In de maatschappij kan dat niet. Dan ga je misschien iets te lang met iemand om, terwijl je denkt: ik zou nu liever op de grond gaan liggen. Het zou niet in je opkomen om dat te doen, maar ik denk dat er daardoor heel veel verloren gaat. Het is goed om alle mogelijkheden open te houden. Ik heb ook van mensen uit mijn lessen teruggekregen dat het improviseren een rol heeft gespeeld in hun leven. Ze hebben stappen durven nemen omdat ze in zichzelf hebben leren geloven. Ze leren hun gevoelens meer waarderen en krijgen het vertrouwen dat ze wel uit een situatie zullen komen, omdat ze er in de dans ook uit komen.”