Woordkunstenaar Jesse Laport: “Poëzie maakt het leven draaglijk, maar het leven maakt die poëzie”

“Ik ben nergens zo mindful en in het nu als op het podium. Daar kán ik me geen zorgen maken. Je hebt alleen je werk, je lijf en je stem. Daarmee kan ik, net als in het leven, alleen maar reageren op de situatie zoals die zich aandient en proberen die naar eer en geweten te beïnvloeden. Alles wordt gezien, dus ik kan mezelf daar niet corrigeren. Ik kan het alleen het volgende moment proberen nog iets beter te doen.

Ik heb natuurlijk weleens gehad dat ik op het podium stond en in mijn hoofd ging zitten. Dan gaat het optreden op de automatische piloot en krijg ik er zelf niks van mee, dat is heel raar. Het heeft veel met de adrenalinerush te maken. Van tevoren ben je zenuwachtig omdat je weet dat je alleen maar dat moment hebt. En normaal gesproken heb je ná een optreden een soort natuurlijke afbouw van de adrenaline. Je krijgt feedback, directe waardering en bevestiging van je publiek, waardoor je weet dat je werk bestaat. Door corona treed ik nu soms digitaal op. Dan gaat na afloop de webcam uit, sta ik ineens weer in de eenzaamheid van mijn kamer en is alles in één klap weg.

Ik treed ook bij congressen en evenementen op. Daar schrijf ik dan ter plekke een samenvattend gedicht. Dat is een soort sportwedstrijd: je moet op dat moment knallen, maar je weet niet wat de tegenstander gaat doen. Het is ook lastig omdat je creativiteit moet combineren met de harde grenzen van de tijd. Ik bereid me wel zo goed mogelijk voor en ik vind het wel lekker om alvast een begin- en eindzin te verzinnen, dan heb ik een soort kapstok. En mocht het helemaal mislukken, dan heb ik iets om op terug te vallen. Vorige week verraste ik mezelf door bij een evenement een tekst van ruim vier A4tjes te schrijven, meestal kom ik maar tot anderhalf.

Teksten in opdracht zijn vaak ook niet zo creatief. De onderwerpen zij vaak vrij statisch. Als ik bijvoorbeeld een tekst moet schrijven over het honderdjarig bestaan van de dierentuin, kan ik een hele leuke tekst schrijven, maar het blijft wel het jubileum van een bedrijf. En ik word soms uit het schrijfproces getrokken door oordelen die ik invul: is het wel goed genoeg, hoe gaat het vallen, vinden ze dit wel leuk? Dat is worstelen, van je stoel weglopen en je brein breken. Dan ben ik pas echt blij als ik het heb voorgedragen en mensen heel enthousiast zijn.

Maar als ik voor mezelf schrijf ben ik niet bezig met toen en straks. Dan is er opeens een idee, thema of zin en besluit ik ervoor te gaan zitten, bijvoorbeeld op een vrijdagavond met een fles wijn. Dan blijf ik doorschrijven en doorschrijven. Herschrijven komt daarna wel. Schrijven is voortdurend reageren op de vorige zin die ik net heb gecreëerd. Ik hoef niet door te schrijven, maar zo voelt dat wel. Als ik uit mezelf een tekst afheb, kan ik daar intrinsiek heel blij mee en trots op zijn. Ik vond van de week een spoken word tekst terug die ik een tijdje geleden schreef. Dat bleek helemaal geen goede tekst, maar dat is niet erg, want ik weet nog dat ik wel heel tevreden was toen ik hem schreef. Dat gevoel van mindful schrijven, als er helemaal geen druk op ligt, is een heel belangrijk onderdeel van mijn ontwikkeling.

Op deze manier heb ik heel vaak op papier ontdekt wat ik voel, wil of hoe ik ergens mee om moet gaan. Als ik ergens mee zit valt het vaak pas op z’n plek als ik het omzet naar poëzie. Dat is een grappige cirkel: poëzie maakt het leven draaglijk, maar het leven maakt die poëzie. Zo helpt schrijven mij om met het leven om te kunnen gaan. Die lessen maak ik behapbaar en deel ik op mijn Instagrampagina. Veel mensen hebben daar iets aan, putten er kracht uit. Dus ik zet het leven om in poëzie en vervolgens is die poëzie universeel.”