Voorbeschouwing RTL7 WK Darts 2021/2022

WK Darts voor de laatste keer te zien bij RTL7

Top(s)-amusement voor de lange lockdownavonden

Door Marten Leurdijk

RTL 7 is sinds vele jaren dé dartszender van Nederland, maar in 2022 komt daar een einde aan, dan gaan de uitzendrechten naar de Zweedse streamingsdienst Viaplay. Natuurlijk mag RTL begin januari nog wel de ontknoping van het belangrijkste toernooi van het jaar uitzenden, het WK Darts, dat deze keer onvoorspelbaarder dan ooit lijkt te worden.

‘Het zou zomaar weer ’s een ouderwets epische avond kunnen worden hier bij RTL7 darts!’, aldus presentator Koert Westerman, voorafgaand aan wéér een uitzending van het zóveelste darttoernooi op televisie. Zijn lichte voorbehoud moet wel degelijk serieus worden genomen, want zo’n aankondiging is bij hem nogal aan inflatie onderhevig, meer verworden tot een running gag, en zegt meestal ook niks over het uiteindelijke verloop van zo’n avond. Op voorhand leuke, spannende confrontaties kunnen net zo makkelijk uitdraaien op een paar saaie partijen, waar de analytici van dienst, die op zich al een zware taak hebben niet in clichés te vervallen, met moeite nog wat zinnigs of leuks over kunnen zeggen. Aan Koert dan de taak om nog wat van de avond maken en dat gaat ‘m over het algemeen goed af, dat moet gezegd. Maar het epische mag ie bewaren voor het einde van een uitzending waarin er ook echt geschiedenis is geschreven.

Het aantal zogenaamde televisietoernooien met uiteindelijk even indrukwekkende als nietszeggende namen als het Grand Slam of Darts of de Woldmatchplay, zonder duidelijke hiërarchie, is al een aantal jaar zo hoog dat het onmogelijk of boeiend genoeg is om het allemaal te volgen, zelfs voor de fanatieke dartfan. Elk toernooi heeft wel zijn specifieke dingen, format of varieert in het aantal deelnemers, maar in de eindfase van bijna elk toernooi zie je steeds weer dezelfde koppen. Leuk dat Van Gerwen van Price wint, een week later verliest ie net zo moeilijk. Want dat is darts, zo wisselvallig als het weer kan zijn, er valt geen pijl op te gooien. Alleen met enige kennis van darten en welgemikte blikken op het scherm is het mogelijk de krenten uit de pap te vissen, of beter gezegd, de juiste pijlen in het bord te zien vliegen. Deze woordspelingen of verhaspelingen van spreekwoorden (sowieso een nationale hobby) zijn trouwens nog slechter dan die van Koert Westerman. Maar hij brengt ze dan weer op zo’n pontificale wijze dat het weer leuk is. Ook zijn bruggetjes en afsluitende verwijzingen naar of samenvattingen van de horror- of actiefilms, die na zo’n lange uitzending vaak nog geprogrammeerd staan, zijn episch. Daarbij richt hij zich eerst tot de glazig kijkende en vervolgens grinnikende analytici in de studio en dan tot de kijker, die daaraan wel genoeg heeft om de gang naar de slaapkamer niet langer uit te stellen.

Maar deze overdaad aan darts en het praten erover lost voor veel kijkers in het nieuwe jaar vanzelf op, zij het wel heel erg drastisch, nu RTL7 de uitzendrechten in 2022 kwijtraakt aan het Zweedse Viaplay, de video-on-demand-dienst, die bijvoorbeeld ook de Formule 1 gaat uitzenden. Commercie regeert ook hier en vooral de beste spelers zullen ervan profiteren, maar of het de populariteit van de sport ten goede komt is zeer de vraag. In ieder geval is het dus vanaf half december opeens nog maar één keer bal, euh… dart op de zender van meer voor mannen (benieuwd waar ze dit gat weer mee gaan opvullen). Dan begint in Londen het PDC World Darts Championship, het officieuze Wereldkampioenschap Darts, waarmee meteen het langste toernooi van het jaar is genoemd, met de finale op maandag 3 januari. Op sommige dagen is er dan ook een middaguitzending, waar studiogasten als rapper Donnie of een verdwaalde oud-voetballer als Rafael van der Vaart de boel moeten opleuken. Want dan zijn er ook veel saaie darters te zien, qua persoonlijkheid, uiterlijk of gooien. Een voorbeeld van dat laatste zijn vooral de spelers die er heel lang over doen om een pijl los te laten (als dat helemaal niet lukt heb je trouwens darteritis, niet overdraagbaar). Dat zijn vaak ook niet de beste darters. Al was good old Phil Taylor, de man met de meeste wereldtitels in het bezit, ook niet de snelste, hij mikte ook echt.

Een darter van zijn generatie die nog wel meedoet op het hoogste niveau is Gary Anderson de speler met – zo vinden velen – de mooiste stijl, zo soepel laat ie zijn pijlen in het bord vliegen. Ook heeft deze moeilijk verstaanbare, Flying Scottsman het aanstekelijkste opkomstlied, Jump Around (van The House of Pain), niet helemaal passend bij zijn uiterlijk en karakter. Want hij is soms iets te nukkig of laat zich te makkelijk afleiden. Zoals laatst nog door een naar zijn mening te hard op het podium stampende Michael van Gerwen, sinds lang de beste Nederlandse darter. Dit soort incidenten hoort ook bij het darts en varieert van een scheef hangend bord of zelfs borden van slecht kwaliteit, waar de triple 20 al snel een gatenkaas wordt, tot een vlieg of te veel wind op het podium. Óf, zoals laatst, en tamelijk uniek, een stuk van een pijl dat in het bord achterbleef. Daar wilde Koert in de studio wel een punt van maken. Voor de commentatoren is zoiets een zegen, want zoveel wedstrijden is voor hen ook een opgave. Daarbij ontkomen ook zij, net als die bij voetbal, niet aan de irritatiefactor. Zeker als ze de fout maken een leg of partij al aan iemand te geven, terwijl de laatste dubbel nog niet is gegooid. En dan is bij darts nog alles mogelijk. Die wisselende kansen maken het ook spectaculair. Kijk bijvoorbeeld het slot van de finale van het laatste grote toernooi, de Player Championships Finals, waarin Snakebite de verassende Heavy Metal net van zich af wist te houden.

Snakebite is de bijnaam van Peter Wright, de letterlijk kleurrijkste darter van het hele circus, die voorspelde dat Van Gerwen dit jaar geen toernooi zou winnen. Dit soort steken onder het dartbord horen er net zo bij als de grootspraak en deze – soms gespeelde – rivaliteit wordt ook gretig in de media uitgevochten. Van Gerwen kan daar wel lachend in meegaan, maar echt goed kan ie het ook weer niet hebben, fanatiek als ie is. Hij heeft dit jaar ook al heel wat klappen op zijn kin moeten verdragen. Want zijn heerschappij en onoverwinnelijke aura brokkelde meer en meer af. Door zelf minder te gooien (al dan niet te veel bezig met thuis, in 2020 kreeg hij een tweede kind), maar zeker ook doordat de top steeds breder én constanter werd. Zij achtten zich daarom niet al bij voorbaat kansloos tegen de kale sloopkogel. Dus hoorden we Van Gerwen nóg vaker zeggen dat ie zijn tegenstanders pijn had moeten doen, fouten had gemaakt (waarbij hij niet doelt op verkeerd materiaal of verkeerd tellen, want dat doet ie zelden), dat dat niet mocht gebeuren, dat ie het alleen zichzelf kon aanrekenen, hiervan ging leren, etcetera. Dit repeteergeweer is al een tijdje lachwekkend en verdient wel een wat meer kritische benadering van de mensen in de studio, want het slaat ook nergens op: in zijn redeneertrant is elke gemiste dubbel, zeker op een belangrijk moment, een fout. Daar staat tegenover dat deze mentaliteit hem heel ver heeft gebracht, eigenlijk is het ongelooflijk hoe hij zo’n spel als darts een tijdje heeft weten te domineren.

Bij zijn grootste concurrenten heeft alfamannetje, voormalig rugbyer en de bij het grote publiek impopulaire Gerwin Price zich gemeld. Inmiddels is de Welshman zelfs de nummer één en geldt hij dus als een grote favoriet voor de belangrijkste titel van het jaar. Samen met zijn vriend en landgenoot Johnny Clayton, die dit jaar de meeste grote toernooien heeft gewonnen. Dan zijn er nog een hele trits kanshebbers. Maar ook voor dit toernooi geldt dat de loting, maar zeker ook de vorm van de dag het belangrijkste is. Een favoriet kan er zeker in de beginfase, wanneer de partijen nog kort zijn, zomaar uitvliegen.

Bij de vele Nederlanders die zich ook dit jaar weer hebben geplaatst lijkt verder geen echte kanshebber te zitten. Al zullen velen vooral benieuwd zijn naar de verrichtingen van Dirk Auberginius van Duijvenbode, die behalve in aubergines ook iets te veel in zichzelf is gaan geloven, maar zowel buiten als op de baan verrassend uit de hoek kan komen. Toch is ook hij te wisselvallig, of, om met oud-darter en analist Roland Scholten te spreken, mist de constantigheid.

Inmiddels kan ook de Engelse Fallon Sherrock zich tot de subtop rekenen. Zij heeft zich de afgelopen jaren vrij stoïcijns tussen de mannen gedart. Die moesten daar even aan moeten wennen, maar dat gaat steeds beter, ook afgedwongen door haar hoge niveau, dat ze zelfs in een lang format kan vasthouden. Benieuwd hoe duur the bronzed Adonis Steve Beaton, haar tegenstander in de eerste ronde en die we nog kennen van het Embassy-tijdperk, toen we nog maar één keer per jaar darten keken, op de BBC, zijn bronzen huid verkoopt. Maar nu de beste vrouwen gewoon met de mannen meedoen mogen we stellen dat darts een voorloper is, met dank aan het feit dat het in de basis een spelletje blijft. Een spelletje dat je op dit hoge niveau ook een sport mag noemen. Het gemak waarop inmiddels veel spelers legs in 12,11 10 pijlen uitgooien blijft ongelooflijk en fascinerend, zeker voor de snelle rekenaars. Hopelijk valt er ook weer ’s een minimale dan wel maximale leg-score middels een negendarter, die met enige regelmaat live voor een tv-camera wordt gemist.

En Barney? Die verschijnt gewoon weer aan de okkie. Was ik aan het begin van 2020 nog in een vol Ahoy om hem – inderdaad een beetje tegen beter Van Barneveld weten in – uit te luiden als professioneel dartsspeler, met op het podium tal van artiesten, oud-darters en wat al niet, heeft hij zich dit jaar gewoon weten te plaatsen. In het laatste toernooi vóór de WK stond ie zowaar ontspannen te gooien, met voor de zoveelste keer nieuw materiaal in de vorm van kortere shafts. Wel legde hij het uiteindelijk af tegen Van Gerwen, die hij bij de WK in de kwartfinales opnieuw kan treffen. Maar mooi dat ie er weer bij is, al is het maar vanwege zijn teksten: ‘Heel raar, ik voelde me echt goed, het ingooien ging fantastisch, je gaat het podium op en het is helemaal weg. En hoe dat kan? Vertel het me maar Arjan.’

Arjan van de Giessen is sinds jaar en dag de verslaggever van RTL7 darts en zijn sturende interviews en reportages op locatie in Ally Pally dragen ook bij aan de sfeer, die vooral wordt bepaald door de buitenissige uitdossingen en het gezang van de dartsfans. Hopelijk gooit corona geen roet/pijl in het eten/bord. Anders moeten we het hebben van de kersttruien van Koert, het enthousiasme van de andere vaste presentator Marcel Maijer, de statistieken van de onvermoeibare dartpromotor en Human Calculator Jacques Nieuwlaat of de zelfspot van de nestor der analytici Co Stompé, die vaak voor het eindfilmpje van de uitzending wordt ingestart snel nog even ook iedereen voor en achter de schermen bedankt: ‘Thanks everybody!’ Het was episch.

Voor meer darts, oa een filmpje met Bert Vlaardingerbroek en een interview met Co Stompé uit eind vorige eeuw!